‘De
herkenbaarheid is belangrijk voor de ouderen, anders verdwaal je nog meer in je
hoofd’, zegt een van de medewerkers. We zien dat dit helemaal waar is. En aan
de herkenbaarheid wordt hier structureel invulling gegeven in de vorm van
cultuurspecifieke zorg die je terugvindt in alle aspecten van de leefomgeving,
het interieur, gebruiksvoorwerpen, het eten, de toko en de zorgaanpak. ‘Alle
medewerkers werken hier vanuit de Oosterse sensitiviteit en affiniteit. Een
organisatie waarbij de Indische cultuur en gastvrijheid voelbaar is op de
werkvloer en verweven is in onze visie op zorgverlening’. zo valt te lezen op
de website en in de brochures.
Rumah
Saya, een van de huizen van koepelorganisatie Nusantara, is een kleine locatie van ongeveer 75
bewoners in Ugchelen, gemeente Apeldoorn. De tekst op de deur bij de ingang
geeft aan waar dit woonzorgcentrum voor staat, ‘het beste uit twee werelden’.
De cultuurspecifieke zorg die geboden wordt is gericht op de specifieke
doelgroep van Indische, Molukse, Surinaams-Javaanse en Indochinese ouderen,
mensen met Zuidoost-Aziatische roots. Alle medewerkers die hier komen werken
ontvangen ook een cultuur specifieke zorgtraining.
Het is
druk op de gang, die grenst aan de huiskamer boven, veel mensen die voorbij
komen blijven staan om de teksten op de expobanners te lezen. Het favoriete
jeugdverhaal spreekt mensen aan. De namen van Peter Bouman, Frans Leidelmeijer
en Peter Schumacher worden door meerdere personen herkend. Heel leuk is de
reactie van de stagiaire van een zorgopleiding die wijst naar een boek dat hij
kent en dat voor hem jeugdsentiment is. Het is het boek ‘Trintje Tjitjak’ dat
gaat over een muurhagedis die vanuit Ambon in Assen terechtkomt en
geïllustreerd is door Mathijs Souhoka.
We spreken
twee jonge mensen op de gang die hun oma begeleiden die hier vandaag is komen
wonen en haar eerste dag beleeft. Ze hebben net samen beneden gegeten. De
nieuwe woonomgeving is even wennen voor haar na altijd zelfstandig gewoond te
hebben.
De mensen
genieten van het filmverhaal ‘Ena en de vissen’. De mooi getekende beelden doet
ze herinneren aan vroeger. Bij de aftitelsong ‘Lembe lembe’, wordt door
sommigen meegezongen en geneuried.
‘Ik heb
een brok in mijn keel, ik vind het zo leuk dat jullie met mij zingen’, zegt een
mevrouw. Maar ook bij haar buurman, die verbaal niet meer zo goed is, kun je
aan de glimlach op zijn gezicht zien dat hij het naar zijn zin heeft.
De
huiskamer is geheel in Paasstijl ingericht, inclusief een origineel paasaquarium
met lichtjes. Zo horen we dat een van de vrouwelijke bewoners 15 kinderen heeft
van wie er altijd wel eentje langskomt. Maar ook is er een bewoonster die
vroeger kinderarts was en geen kinderen heeft. Toch is het hier zo dat iedereen
altijd aanspraak heeft.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten